Ik dacht altijd dat virtueel fietsen niks voor mij was. Iemand vergeleek het een keer met gamen, en toen dacht ik: ja, zie je wel, dat doe ik ook niet. Toen het ineens sterk opkwam in de tijd van de corona-lockdowns, moest ik er niet aan denken om nóg meer van mijn tijd door te brengen in mijn eigen huis, tussen vier muren, koekeloerend naar een schermpje. Ik dacht: er gaat niets boven buiten fietsen: de vrijheid en ruimtelijkheid daarvan, de elementen aan den lijve ervaren, echt in het landschap zijn en dat met eigen benen bedwingen.
En dat is ook zo. Nog steeds. Ik bedoel: er gaat niets boven buiten fietsen, ook niet in tijden zonder beperkingen. Dan zit ik nog steeds soms meer binnen naar een scherm te kijken dan me lief is, en dan is nog steeds niets zo goed voor mijn geest en ziel als buiten fietsen.
Eén van de dingen die anders zijn komen te liggen door onze verhuizing is dat ik plek heb om buiten virtueel te fietsen en daar staat dan ook sinds een paar maanden m’n spinningfiets. Dat is weliswaar een plek onder de overkapping:
…. met een beperkt uitzicht op de tuin, en ook nog met een regen- en windscherm ervoor:
, maar het is wel buiten en dat maakt het voor mij al aantrekkelijker dan een zweetkamertje. Ik reken de tijd op de spinningfiets overdag voor de helft mee voor #projectdaglicht: echt helemaal het licht zoals buiten is het niet, maar wel een beetje.
Zo kan ik toch naar buiten als het slecht weer is, en dat is fijn. Dat voorkomt bijvoorbeeld wat er ’s winters vaak nodig is na buiten fietsen, namelijk fiets poetsen. Dit was het resultaat van een deels onverhard ritje met kerstmis (erg leuk trouwens):
Zelf zag ik er ook zo uit. Voordat dat weer allemaal schoon is… dat maakt rijden op de spinningfiets wel efficiënt natuurlijk.
Mijn idee was meteen de combi: een eigen spinningfiets en Zwift. Virtueel een beetje koersen leek me wel wat, vooral om het fietsen op de spinningfiets minder saai te maken en als alternatief voor spinning: een manier om intensief te trainen in de winter. Daarom koos ik voor Zwift en niet voor een van de andere platforms die er inmiddels zijn. Zwift is marktleider en daardoor het drukst; over de andere platforms begreep ik dat je er soms in je uppie rondfietst of een wedstrijd noodgedwongen moet rijden tegen veel sterkere of zwakkere fietsers, omdat er te weinig zijn voor aparte categorieën.
In Zwift is de keuze uit wedstrijden en andere sociale evenementen reusachtig: er zijn op elk moment van het etmaal toertochten, groepstrainingen en wedstrijden van diverse lengte en voor allerlei niveaus, uitgedrukt in vermogen per kilo lichaamsgewicht. Sommige evenementen zijn alleen voor vrouwen. Enige beperking voor mij is dat je voor sommige wedstrijden geavanceerder apparatuur nodig hebt dan ik. Maar dan nog is de keuze duizelingwekkend. En dan kun je ook nog op eigen houtje zomaar wat rondfietsen, een losse training doen of een schema volgen, en met virtuele tempomakers aan de slag. Ik ben de afgelopen maanden bezig geweest met het verkennen, ik ben daar nog lang niet mee klaar. Dus deze post is slechts een eerste impressie.
Belangrijkste: je bent inderdaad nooit alleen, en dat is leuk. Hier waren we bijvoorbeeld in een groepstraining met 89, ik ben die in het midden met een licht randje eromheen (Zwift genereert dit soort ‘stills’ van het scherm automatisch en die kun je dan achteraf downloaden):
Allemaal met een oranje trainingsschemaatje voor onze snufferd, haha. Zwift is dan zo ingesteld dat ieder op eigen niveau kan trainen en de groep toch bij elkaar blijft. Ik moest die keer onverhoopt even van de fiets af (ik had manlief per ongeluk buitengesloten), en toen zat ik er wel achter, maar ben ik er uiteindelijk wel weer bij terug kunnen komen, en dat is toch lekker. Het was een zwaar programma, en dan geldt toch: gedeelde smart is halve smart.
En dat is gek. Ik bedoel: waar gaat het eigenlijk helemaal om? Dat om mijn avatar op het scherm andere avatars te zien zijn – lekker belangrijk. Echt gezellig is dat niet: contact heb je niet. Het lukt mij niet om te fietsen en toetsjes te bedienen tegelijk, dus chatten gaat niet. Ik kan wel ‘ride ons’ geven (Zwift’s likes), maar meer is het niet. Verder weet je amper met wie je fietst, je ziet hooguit namen en het vlaggetje van hun nationaliteit erachter. Wat dan wel weer grappig is, want de hele wereld komt voorbij:
Ik kan ondertussen wel de chats lezen, en dat is soms wel vermakelijk. Ik heb nu een paar keer meegemaakt dat een groep uit elkaar viel, en dat er gemor ontstond daarover: dat het tempo vooraan te hoog lag, hoger dan afgesproken. Dat bij elkaar blijven wordt afgedwongen, dat is namelijk niet altijd, dat hangt af van de instellingen van het evenement. Dat gemor, dat klinkt dan net echt, dus net zoals ik dat ken uit trainings- en toergroepjes. Dat is dan wel vermakelijk om te lezen.
Een keer ervoer ik het als terecht. We startten met z’n 57’en, ik werd toen al snel gelost en dacht: hallo, dit zou toch een groepsrit zijn, wat doe ik hier dan in mijn eentje, terwijl ik braaf het opgegeven vermogen aanhoud? Ik zag niemand meer. Maar, zowaar, toen kwam er uit de achterhoede iemand aan bij wie ik aan kon pikken (Zwift geeft drafting voordeel) en vervolgens keurig kop over kop verder kon rijden:
Dat voelt dan toch een beetje als kameraadschap. Maf hè, eigenlijk? Want in het echt zit ik gewoon nog in m’n uppie op de fiets in de achtertuin. Maar kennelijk vereenzelvig ik me zo met dat poppetje op het scherm dat een ander poppetje in de buurt als gezellig voelt. Zo voelde het ook lullig toen hij uiteindelijk van me weg reed in het wiel van iemand die ons inhaalde. Kijk eens hoe ‘eenzaam’ ik daarna was:
Hij reed zich toen kennelijk over de kop, want ik heb hem later ingehaald en ben voor hem gefinisht. Net goed. Denk ik dan.
Slaat allemaal helemaal nergens op, maar verrassend echt dus, die ervaringen. Ik val soms helemaal samen met dat plaatje. Als mijn avatar een scherpe bocht neemt, hel ik wel eens mee, merk ik. Maar ik kan haar ook nog wel ‘stom’ vinden als ze net op de pedalen gaat staan terwijl ik af wil remmen om in een wiel te komen. Dat in een wiel rijden vergt namelijk nogal uitgekiend temporiseren, want mijn vermogensmeter reageert niet zo snel. Voor ik het weet, schiet ik iemand voorbij, of moet ik juist meteen weer lossen. En dan zeg ik wel eens ’trut’ tegen m’n avatar. Dus het ene moment val ik ermee samen en het volgende moment beslist niet.
Ik had bij die uit-elkaar-vallende-groepsrit overigens wel kunnen aanpikken, maar ik wilde dat niet. Het was voor mij bedoeld als rustige duurtraining, en dan begrens ik mezelf. Er zitten in dat sociale aspect prikkels die uitnodigen tot over je grens gaan, en ook dat is net echt.
Dat begrenzen is best wel eens lastig en het is leuk om me wel te mogen laten gaan. Voor de gein zeg ik wel eens dat Zwift zo leuk is omdat mijn avatar hartstikke competitief is. Waarmee ik bedoel: ik vind het stiekem heel leuk om in die virtuele wereld iemand te verslaan. Dat is me nog niet vaak gelukt, maar dit was zo’n momentje:
Hier finishen we in een vrouwen-toertocht, ik ben die links. We waren niet meer nummers 1 en 2, hoor, maar toch leuk om die andere dame te verslaan.
Los van de speciale vrouwen-evenementen valt me op dat er weinig vrouwen meedoen. Zodoende is het me ook al een heel aantal keren gelukt om in een evenement de groene dan wel bollentrui voor vrouwen te pakken te krijgen, dus om ergens dan de snelste dame van de groep te zijn, in een sprint of berg-op:
Verder past het tenue zich deels aan aan het evenement, zoals je hierboven ziet. Als ik ‘los’ fiets, draag ik een paars shirtje:
Waar je qua outfit uit kunt kiezen, wordt bepaald door je verzamelde punten. Mijn sokken en helm bijvoorbeeld heb ik zelf uitgekozen uit mijn nog beperkte ‘garage’. Dat doet me niet zo heel veel, maar ik moest wel een keer grinniken toen ik een Fransman of -vrouw met baret op langs zag komen, en toen ik, uh, m’n avatar een keer zomaar ineens op een mountainbikeje reed:
Waar haalde ze dat fietsje nou ineens vandaan? Dat zijn geinige dingetjes.
Wat je in enkele plaatjes in deze post ook kunt zien, is dat Zwift af en toe bemoedigende peptalk door de trainingen heen gooit. Dat is ook best wel okee; Zwift blijft zelfs positief als je er een potje van maakt. De virtuele kilometers komen bovendien frappant makkelijk. Ik heb in een toertocht al eens boven de 35 km/u gemiddeld gereden – mocht ik willen, zeg, in het echt! Alles bij elkaar zitten er dus best wel wat motiverende en ego-strelende dingetjes in het programma ingebakken. Ik probeer daar wel wat los van te blijven en mijn eigen keuzes te maken.
De concurrerende platforms ‘verslaan’ Zwift tegenwoordig vooral op het visuele aspect, zo heb ik begrepen – Zwift wordt op dat punt wat gedateerd gevonden. Ik vind dat op zich niet zo belangrijk, want het blijven toch allemaal variaties op nep – het is hoe dan ook altijd toch maar een scherm, en nooit de echte wereld. Zwift heeft z’n eigen virtuele wereld, Watopia, en nagebouwde stukjes echte wereld. Ik kan me maar één parcours herinneren dat me als wel leuk opviel: een nagebouwde versie van landelijk Frankrijk. Dat landschap, tijdens een vrouwen-trainingsritje, was wel lieflijk en vagelijk herkenbaar als Frans:
Alleen werd mijn waardering ervan teniet gedaan toen de Mont Ventoux om de hoek bleek te liggen van Mont St. Michel, de Gotthardpas daar weer naast, het wegdek op die klim felle kleuren had die het stijgingspercentage visualiseerden, en dit uiteindelijk de kaart van Frankrijk bleek:
Dat is me dan toch allemaal te nep. Dat kriebeltje naar boven, dat is dus de Gotthardpas met de eerste haarspeldbochten. In het water. Huh? Nou goed, dat zal verder wel.
De lol zit hem in samen trainen en koersen en het maakt me weinig uit tegen welke achtergrond dat dan is. Er valt nog een boel te ontdekken. Zo heb ik bijvoorbeeld nog niet meegedaan aan een evenement dat georganiseerd wordt door een bekende sporter, en ben ik ook nog geen bekende tegengekomen onderweg. Ik zwift dus vrolijk verder. Behalve als het buiten lekker fietsen is.
Leuk om te lezen. Ik zit op De tacx filmpjes. Dat zijn echte filmpjes van bestaande routes. Ik kan ook trainingsprogramma’s samenstellen. Competitief is het niet, soms rijdt er iemand anders maar vaak rij ik alleen. Ik begin steeds vaker routes te kiezen waar er meer mensen rijden. En ze dan inhalen of juist voorblijven. Die andere rijders zie je niet op je beeldscherm, maar wel in een klein hoogteprofiel. Ik zit dus in een dilemma: ik geniet van de video’s maar zoek steeds vaker de competitie op.
Ik zou zeggen: probeer Zwift eens. Dat kan gratis, en ook als je gaat betalen, is het flexibel – je kan het zo weer opzeggen, al dan niet tijdelijk. Ik houd er straks ook weer voor een tijdje mee op, als buiten aantrekkelijker wordt.