In Alles wat je wilt weten over hardlopen gaat wetenschapsjournalist en hardloper Mariska van Sprundel op zoek naar een verklaring voor en oplossing van haar vele blessures. In het verslag van die zoektocht blaast ze vooral een heleboel hardloopmythes op: nee, dure schoenen helpen niet, op blote voeten lopen is niet heilig, een genetische analyse geeft weinig houvast, er is geen wonderdieet, en ja, de mens is geschikt om hard te lopen, de een wat meer dan de ander en helemaal ideaal is onze bouw er niet voor (onze voeten vooral niet), maar vooral lang en rustig lopen hebben we in onze evolutie wel geleerd. Ze maakt voor de argumenten gebruik van onderzoek en van gesprekken met onderzoekers.
Er passeert zo een heleboel interessants de revue, maar ik zie ook twee gapende hiaten, twee missers zowel gezien de titel van het boek (alles) als Van Sprundels zoektocht:
- Trainingsaanpak. Dat zou eerlijk gezegd het eerste zijn waar ik naar zou kijken bij frequent blessureleed, maar het gaat er in het boek niet over. Veel blessures komen voort uit te veel, te lang, te vaak, te hard trainen. Van Sprundel schrijft ergens dat uit een inspanningstest blijkt dat ze vooral goed loopt rond en boven haar omslagpunt. Voor mij als trainer rinkelen dan meteen alle alarmbellen: die traint te intensief, legt onvoldoende basis aan met rustige duur. Je ’trainingsbouwwerk’ hoort in balans te zijn, en bij blessuregevoeligheid én marathonambities moeten juist de lagere intensiteiten goed ontwikkeld zijn.
Dus ik zou benieuwd zijn naar hoe ze traint. Dat is bij een atletiekvereniging, en dat stelt me op basis van mijn eigen ervaringen niet gerust (ik ben sinds een jaar lid-af, had ik dat al eens geblogd eigenlijk? Belangrijkste reden was onvrede over de trainingsaanpak.)
Maar trainingsaanpak zou ook prima passen in de lijn van haar betoog. Ga maar eens na wat er klopt van de claims van de diverse benaderingen, bijvoorbeeld van de souplessemethode, de marathonrevolutie, gepolariseerd trainen en noem maar op. Wat zegt de wetenschap over de ideale trainingsaanpak? (Volgens mij trouwens: dat die per individu verschilt – daar kun je dus ook wat mooie mythes mee opblazen: de heilige trainingsgraal bestaat ook al niet). - Persoonlijkheid. Er gaat wel een hoofdstuk over de gunstige invloed van hardlopen op de psyche (zoals bij runningtherapie), maar niet over het omgekeerde: de invloed van psyche op hardlopen, en op blessuregevoeligheid. Er is bijvoorbeeld recent onderzoek waaruit blijkt dat perfectionisten vaker shin splints oplopen. De verklaring daarvoor loopt waarschijnlijk via punt 1: de trainingsaanpak. Té toegewijd trainen bestaat ook. Gezond trainen is flexibel. Voor perfectionistische mensen voelt dat als de kantjes ervan aflopen. Ja, en dat mag dus best!
Van Sprundel schrijft in het dankwoord van het boek dat ze tijdens het schrijven ervan RSI heeft gekregen. Gunt ze zichzelf te weinig rust? Pikt ze onvoldoende de eerste signalen op uit haar lichaam van dreigende grensoverschrijding? Ik ken haar niet, ik heb geen idee. Maar zoiets zou zeker kunnen.
Dus: leuk boek, ik houd wel van het relativeren van mythes als tegenkracht tegen commercie en hypes. Maar jammer van die valse belofte in de titel.
Geef een reactie