Het was al meer dan twee jaar geleden: ‘uit’ zwemmen. Daarmee bedoel ik: ik moet ergens heen, meestal voor werk, en als het uitkomt maak ik van de gelegenheid gebruik om daar in de buurt te gaan zwemmen. Altijd leuk om eens andere tegeltjes te zien. Zo heb ik de afgelopen jaren regelmatig gezwommen in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en Leiden. Maar het was ook al meer dan twee jaar niet het geval, met al dat thuiswerken.
Vrijdag moest ik ’s middags in Amsterdam op de Zuid-as zijn, en toen dacht ik: laat ik eens kijken. Daar niet ver vandaan is het De Mirandabad, waar ik op deze manier wel vaker ben geweest, binnen in het 25-meterbad. Vorig jaar werd dat zwembad wereldberoemd in Nederland om het het eerste en lange tijd het enige was waar je in die eindeloze lockdown kon zwemmen – het was immers buiten, en 50 meter nog ook. Van heinde en verre kwamen de zwemmers erheen. Ik niet, ik vond dat in allerlei opzichten te ver gaan: qua corona-maatregelen toen maar ook qua reizen en tijd.
Dat buitenbad bleek afgelopen vrijdagochtend open, en toen dacht ik: dan wil ik het wel eens meemaken. Ik bedacht dat een paar dagen van tevoren en had het er even over met Niels, een mede-triatleet van een andere opdrachtgever die daar in de buurt woont met ik vaker over triathlon dan over adviesrapporten praat. ‘Dan ga ik mee,’ zei hij. Leuk! Hij wist ook nog wat praktische zaken.
Het werd nog wel even spannend, want toen werd het winters en ging het sneeuwen. Niet alleen leek dat me bere-koud, maar ook zat ik met een mogelijk vervoerprobleem. Ik zou met de auto immers, want de watertemperatuur noopte tot wetsuit en met ook nog laptop en handouts enzo bij me werd het te veel voor fiets en trein. Ik moest er ook nog voor zorgen een beetje fatsoenlijk bij die opdrachtgever aan te komen, dus dacht na over warme, makkelijk aan te trekken nette kleren.
Uiteindelijk viel het verkeer reuze mee. Dus ik naar Amsterdam, waar de laatste restantjes sneeuw nog zichtbaar waren. Ik kleedde me om in de tent met kacheltje:
Ik trof Niels en we hadden een hele baan voor onszelf alleen. Het was aan de frisse kant, maar goed te doen als we maar bleven bewegen. We hebben nog wat intervalletjes samen gezwommen zelfs, dat ging net als Niels zich inhield en ik me flink inspande – hij is veel sneller dan ik.
Zo kwam ik erachter dat ik wel degelijk sneller ben in wetsuit. Ik had nog nooit in een zwembad in wetsuit gezwommen, en in buitenwater is de afstandsmeting niet zo precies en is er een boel anders wat de snelheid bepaalt. Daardoor had ik het nooit kunnen meten. Ook nu weet ik het niet precies omdat ik niet weet wat het scheelt in een 50 meter bad, maar ik zwom een snelle 100 meter wel frappant makkelijk. Het scheelt niet veel, maar wel wat.
Klein uur gezwommen, toen was het tijd om verder te gaan. Eruit was wel even koud in de ijzige wind, vooral aan handen en voeten. Gelukkig waren er warme douches. Daarna maakte ik nog gauw deze foto:
Als je goed kijkt, zie je daarop stoere bikkels zonder wetsuit! Niels maakte deze foto van me, let op het klontje sneeuw tegen de boom:
(aanvulling 12 april: ook de foto van Niels erbij:)
In de auto, met thermosflesje thee, warmde ik snel genoeg weer op en kon ik ook mijn haar enigszins fatsoeneren. Bij mijn opdrachtgever werden ook mijn voeten weer warm en kreeg ik enorm veel energie. Die kick duurde tot in de avond.
Ik vond het heel erg leuk en voor herhaling vatbaar. Buiten is fijn, 50 meter is lekker zwemmen, zo rustig gaf heerlijk veel ruimte, het voelt stoer, ik kreeg er veel energie van, het was leuk om samen te zwemmen.
Ik vond het alleen wel een ethisch dilemma. Wat een energie moet het kosten om zo’n enorme bak water te verwarmen, voor een handjevol mensen – al was het water net een graadje kouder geworden. Dan nog. Niet fijn voor milieu en klimaat en het sponsort Poetin want het is op gas. Dan ‘moest’ ik ook nog met de auto, waar ik anders voor het OV gekozen zou hebben. Oef. Morgen weer braaf op het fietsje naar een 25-meter-binnenbad.
Zo herkenbaar: zwemmen in de openlucht was vorig jaar mijn routine. Incl. De kick erna!