Aangezien het er hier zo vaak over is gegaan de afgelopen jaren, toch maar even melden – kan ik het tenminste ergens kwijt. Vandaag mag ik namelijk de menopauze uitroepen! Dat is de dag van je laatste menstruatie, en dat weet je natuurlijk pas achteraf, en – in principe – als het een jaar geleden is. Dan mag je ervan uitgaan dat het niet meer komt, al is dat nog niet zeker.
Ik werd vorig jaar op 10 juni ongesteld, en dat bleek voor het laatst.
Ik moet zeggen: wát een opluchting! Degenen die dit blog de afgelopen jaren gevolgd hebben, weten dat ik flink wat heb afgezien – de overgang is me vies tegengevallen. Het is nog niet helemaal voorbij: er passeert nog af en toe een opvliegertje of een hartkloppinkje. Maar ik voel me al maandenlang een rotsblok van stabiliteit. En wat is dat lekker!
Eigenlijk ervaar ik nu een stabiliteit die ik mijn hele leven niet gekend heb, of nouja, niet sinds m’n 13e, en vanaf daarvoor kan ik het me niet meer herinneren. Zo moeten mannen zich voelen: zonder cyclische ups en downs.
Het is jammer dat ik dit jaar de stabiliteit niet kan ‘benutten’ voor een mooie triathlonprestatie, maar dat ligt aan andere zaken. En dat komt wel weer. Ik ben benieuwd waar ik sta, hoe ver ik kan komen, en of inderdaad mijn prestaties wat stabieler en voorspelbaarder gaan worden.
Want ik heb hier vaker gezegd: af en toe en op onvoorspelbare momenten niet vooruit te branden zijn, met wel tien procent of meer prestatieverlies, dat was één van de overgangsverschijnselen. Niet de ergste, een beetje een luxeprobleem, maar toch af en toe erg frustrerend (voorbeeld). Ik heb er veel van geleerd voor en over mezelf, bijvoorbeeld: accepteren, het nemen zoals het komt, en het ‘back to basics’ van genieten van sport en bewegen als zodanig. Ik ben er empathischer van geworden, begrijp beter de grenzen aan de maakbaarheid.
Ik heb er ook van geleerd dat er weinig externe houvast is. Er is weinig kennis bijvoorbeeld over sporten in de overgang (zie hier – een van mijn eerste blogposts hier) en ook wordt er echt wel onzin beweerd over de overgang, vooral door onterechte generalisaties (voorbeeld). Ik heb dus ook geleerd dat ik het heel erg zelf moest uitzoeken. Dat was wel eens eenzaam, maar ook leerzaam.
Twee belangrijke principes voor trainen bijvoorbeeld, namelijk dat het heel individueel is en dat je je plannen altijd moet aanpassen aan de vorm van de dag – dat wist ik allemaal al wel, maar ze zijn veel meer voor me gaan leven in de afgelopen jaren. Dat heeft me overigens ook veel sceptischer en kritischer gemaakt – ik geloof echt niks of niemand meer die op trainingsgebied precies beweert te weten hoe het moet.
Dus wat ik sportvrouwen met overgangsperikelen zou willen aanraden: zoek uit wat voor jou werkt. Experimenteer, praat, voel, luister. En laat je vooral niets aanpraten.
Geef een reactie