Afgelopen dinsdag heeft fysiotherapeut Marianne me van onder in de ene richting en van boven in de andere gedraaid. Dat voelde alsof ik uitgewrongen werd zoals dit vaatdoekje:
Marianne zei ook dat ze die manipulatie inderdaad ook wel zo noemt: ‘het vaatdoekje’. Een poging om mijn bekken weer recht en soepel te krijgen. Want ik heb het een maand geleden voor elkaar gekregen om vanaf mijn nek tot aan mijn bekken scheef en vast te komen te zitten, en ik heb nog steeds geen idee hoe dat zo is kunnen komen.
Na het vaatdoekje voelde ik me juist scheef, hopelijk was dat een goed teken van verandering. Woensdag voelde ik me ook nog scheef, maar gister was het prima. Ik heb ’s avonds voorzichtig een stukje hardgelopen. Dat ging beter en het voelde normaler dan toen ik het zaterdag probeerde. Maar het trok nog steeds en beetje in mijn bilspier (piriformis) en hamstring, en dat doet het vandaag ook nog. Er klopt nog steeds iets niet.
Of weer niet. Want toen ik vanochtend wakker werd, voelde ik ook de tinteling in mijn linkerarm weer, veroorzaakt door iets wat vast zit bij mijn ribben en wervels. Ook dat is welgeteld twee dagen goed geweest. Halleluja.
Het zijn voor mij allemaal geen onbekende problemen. Maar alles tegelijk, heftig en hardnekkig, dat is wél gek. En ik snap er niks van. Maandag volgende fysiotherapie.
De laatste hoop om op 14 juni een halve triathlon te kunnen volbrengen is inmiddels wel vervlogen, en daarmee is het wedstrijd-voorseizoen dus inderdaad in het water gevallen. Morgen start ik in Krimpen op de kwart triathlon, maar ik verwacht ook daar niet te finishen, ik ben te bang om die piriformis echt helemaal te overbelasten. Ik zie wel hoe ver ik kom.
En dan? Ik overweeg om in augustus een halve triathlon te doen. Zal ik me al inschrijven? Of kan ik beter wachten tot ik weer uit de knoop ben, met het risico dat dan alles vol is? Het wordt toch wel weer een keer beter?
Ja toch?
Geef een reactie