Het is vandaag precies een jaar geleden dat ik voor het laatst verkouden werd. Dat is voor mij bijzonder: het is me voor zover ik weet één keer eerder overkomen, zo’n lange verkoudheidsloze periode en dat was tussen februari 2017 en maart 2018. Dat was onder uitzonderlijke omstandigheden: ik heb toen de winter overgeslagen op het zuidelijk halfrond.
Ook nu zijn de omstandigheden uitzonderlijk natuurlijk. Het kan bijna niet anders of de social distancing en de toegenomen hygiëne van het afgelopen jaar beschermen ook tegen andere virussen – er is ook al geen griep bijvoorbeeld. Ik zou bij wijze van spreken niet weten door wie ik besmet zou kunnen worden, zo weinig contact heb ik met anderen.
Mogelijk spelen er ook nog wel andere dingen een rol. Gemiddeld gaat het met mij qua verkoudheden tegenwoordig sowieso beter dan vroeger, al zat er direct na maart 2018 een bovengemiddeld slechte periode van meer dan een jaar tussen. Ik kom ook al sinds maart nauwelijks meer in airco, dat vinden mijn luchtwegen geweldig. Mezelf leegtrekken bij winterse hardloopwedstrijden is er niet bij – ook dat speelt mogelijk een rol, zo analyseerde ik vorig jaar.
Mijn leven is door de corona-restricties en de goede zorgen van m’n ook thuiswerkende man bovendien regelmatiger dan ooit. Ik sta gelijk met hem op. Hij maakt verantwoorde maaltijden. Het wordt nooit meer heel laat. Ik hoef nooit meer om 6 uur op om me door kou, wind en regen naar het station te begeven om uiteindelijk 12 uur later weer eens thuis te zijn na een zware werkdag in Amsterdam. Ik ga elke dag in het daglicht naar buiten. Enzovoort.
Ik voel me eigenlijk sowieso heel fit voor de tijd van het jaar. Daarvan weet ik echter niet wat gevolg en oorzaak is – andere winters zit ik nu in, pak ‘m beet, verkoudheid nummer drie en dat ondermijnt mijn energie ook wel.
Het wil trouwens allemaal niet zeggen dat ik niet snotter. Bij de huidige temperatuur loopt het bij bákken uit mijn neus, zeker als in de eerste tien minuten mijn ogen ook tranen. Maar dat is ‘gewoon’. Ik ben me er alleen nu veel meer van bewust dan anders: snottergêne. Volgens mij is het hier zichtbaar, op de foto die manlief zondag nam tijdens onze sneeuwwandeling. Ik poets het tussendoor niet vaak af namelijk, want dan houd ik geen vel over onder m’n neus en jaag ik er wel heel veel papieren zakdoekjes doorheen:
En hoe goed het misschien ook voor me is – een beetje minder regelmaat, wat meer reuring dus, zou zooooooooo welkom zijn… Een einde aan de coronacrisis, daar heb ik wel een verkoudheidje of wat voor over!
Geef een reactie