Deze post is bedoeld om mede-sporters een beetje een idee te geven van mijn niveau. Ik pas ‘m daarom af en toe aan.
PR’s, allemaal uit 2014, afstanden die ik vaker heb gedaan:
10 km (Dordrecht): 52’30 Halve marathon (Gouda): 2u58’42 Achtste triathlon (Vrouwentriathlon Beesd): 1u19’58 Kwart triathlon (Ter Aar): 2u35’31
Sinds de start van dit weblog heb ik mijn PR op de 5 km verbeterd tot 25’30, op de halve marathon is er een halve minuut afgegaan en op de achtste triathlon dik 4 minuten. Ik heb bovendien een enkele marathon gelopen en ‘middenafstand’ triathlons gedaan, al was dat best moeizaam. Mijn snelste kilometer tot nu toe zwom ik op mijn 51e verjaardag, januari 2017: 19’54.
Met mijn loop- en triathlonuitslagen verschilt mijn klassering van winnen (één keer werd ik eerste dame bij een lokaal loopje van 5 km hier in Overschie) dan wel een podiumplek (in mijn leeftijdscategorie een paar keer bij een loop van 5 of 10 km en bij één sprint-triathlon), tot ergens ver in de achterhoede net niet laatste worden (1/3 triathlon van Ter Aar, snellere halve marathons). Bij de grote, massale lopen zoals de Bruggenloop eindig ik ergens halverwege het veld, en dus in het ‘linkerrijtje’ in mijn categorie. En nog een indicatie: bij een veldloop in april 2014 werd ik op de langste afstand, 12 kilometer, 8e in mijn categorie. Als ik over de kortste afstand, 6 kilometer, precies half zo lang had gedaan, was ik ook daar 8e geworden, bij een vier keer zo groot deelneemstersveld. Hoeveelste ik word, zegt dus vooral iets over het deelnemersveld. Ik ben tevreden als ik voor mijn gevoel naar behoren heb gepresteerd, en niet op grote achterstand laatste word.
Van het fietsen is het lastiger om PR’s te geven, omdat een fietsprestatie zo afhankelijk is van de omstandigheden (weer, alleen of samen, fiets e.d.). Ik heb op mijn ‘palmares’ als belangrijkste wapenfeiten een Rondje Zuiderzee (320 km), Luik-Bastenaken-Luik en de Amstel Gold Race (150 heuvelachtige kilometers) en La Marmotte (180 kilometer over 4 Alpencols), maar ook de Tour d’Afrique (10.000 kilometer dwars door Afrika, in 4 maanden) en de Tour Arctic (met de laatste 730 kilometer onverhard over de Dempster Highway). In 2017/18 fietste ik 4778 kilometer door Nieuw-Zeeland en op Tasmanie (journaal).
Mijn fietspiek dateert wel van een aantal jaren geleden, ik ben wel minder geworden door een combinatie van ouder worden en dus een dalende maximale hartslag, een paar wat magere jaren en daarna de verbreding met ook gaan hardlopen en zwemmen erbij. Mijn duurvermogen is nog steeds prima, maar mijn piekvermogen is afgenomen. Wel is bij elke triathlon nog steeds fietsen relatief mijn beste onderdeel. Ik reed bijvoorbeeld in de zomer van 2014 bij elke triathlon (achtste, kwart, derde, dus 20, 40 of 60 km fietsen) tussen de ongeveer 31 en 33 km/u gemiddeld. In 2019 reed ik als onderdeel van een trio-triathlon de 180 km van de Challenge Almere in 5u49 (30,9 km/u gemiddeld) – dat beschouw ik als één van mijn grootste fietsprestaties ooit.
Nog een indicatie voor de kenners van vermogensgetallen: de getallen van een recente maximaaltest. Dat is een stuk minder dan in mijn beste jaren – in 2011 was het maximaal nog boven de 300 Watt bijvoorbeeld, en ik heb 4 Watt/kg gehaald bij mijn omslagpunt. Maar goed, dat is inmiddels wel tien jaar geleden, en mijn maximale hartslag is sindsdien ook al een stuk gedaald door het ouder worden.
En om de getallen af te maken: ik weeg ongeveer 62 kilo bij 1,77 meter (BMI van net onder de 20; vetpercentage is op net boven de 20 geschat). Dat is al jaren stabiel.
Tot slot nog leuk om te vermelden: mijn wandel-palmares: twee keer de Zeeuwse kustmarathon en de BiWanTo, het Grote Rivierenpad (LAW 6, vanaf mijn huis naar Kleef, plus alle varianten), de West Highland Way (Schotland), Coast-to-Coast (Engeland), Wicklow Way (Ierland), het Müllertal Trail (Luxemburg), de zuidelijke helft van Offa’s Dyke Path (Wales/Engeland) en de Dolpo-trekking in Nepal, met daarin mijn hoogste punt ooit (de Baga La pas, 5200 meter).
Geef een reactie