Vandaag is mijn rust- en herstelweek aangebroken, en dat is wel nodig ook. Niet alleen heb ik spierpijn van gisteren, sowieso was het afgelopen trainingsblokje van twee weken heftig. Ik schreef gister al over de records: mijn eerste en meteen een heel lange run-bike-run, mijn langste zwem in het zwembad en vervolgens hetzelfde in open water. Daarnaast gingen ook mijn gewone trainingen door (zie schema).
In totaal zwom ik bijvoorbeeld in twee weken 10,8 kilometer, ik fietste vrijdag een kleine 180 kilometer (lekker rondje eilanden om het Brexit-chagrijn kwijt te raken), ik reed dik 7 uur op de stadsfiets, waarvan 4,5 vorige week in drie dagen, onder andere heen en weer naar Den Haag waar ik urenlang heb gestaan. Dan heb ik ook nog 16 km gewandeld op de 50e verjaardag van een vriendin en vorige week bij een spinning- en hardlooptraining ongelofelijk gezweten in het vochtig-warme weer. En dat is nog niet eens alles.
Nou, en wat houdt het lijf daar dan aan over? Ietsje zere schouders en bovenarmen dus, een klein blaartje op een teen, verbrande lippen (het ging vrijdag ineens nogal hard met de zon – oeps) en aan mijn rechterhand enkele parafernalia van de twee evenementen :
Startnummer en polsbandje zijn er nu af trouwens.
Maar dat valt nogal mee: alles doet het nog, het gaat hartstikke goed, het trainingsblok was een grote stap vooruit. Desalniettemin is de rustweek nodig én welkom! Daarna volgen nog maar twee blokken – het gaat hard nu!
Geef een reactie