Nog weer een na-bespiegeling van afgelopen weekend. Wedstrijd in Luxemburg, huisje in Duitsland, vlakbij het drielandepunt. Dat betekent dat we in drie dagen tijd negen keer een landsgrens zijn overgestoken: Nederland – België – Luxemburg – Duitsland – Luxemburg – Frankrijk – Luxemburg (die twee in de wedstrijd, het fietsparcours liep even door Frankrijk) – Duitsland – Luxemburg – België – Nederland. Mijn paspoort heb ik alleen bij de triathlon-registratie hoeven laten zien.
Als het zwemmen door was gegaan, was dat bovendien op de Luxemburgs-Duitse grens geweest, middenin de Moezel. Er deden meer dan 50 nationaliteiten aan de triathlon mee, die ook geen van allen tijdens het fietsen af moesten stappen om toegang te krijgen tot Frankrijk. En oja, detail: in Frankrijk hadden we weliswaar geen gelegenheid om iets uit te geven, maar verder konden we overal met hetzelfde geld betalen.
We beseffen niet voldoende hoe bijzonder het is, de EU. Probeer zoiets maar eens ergens anders ter wereld te organiseren. In Afrika kost één grensovergang je al uren.Of probeer als Europeaan maar eens vanuit Canada Amerika binnen te komen. Ze willen dan sowieso een vingerafdruk van je, en twee jaar terug heb ik in Prince Rupert eigenhandig de veerboot naar Alaska een half uur opgehouden vanwege een onduidelijk probleem met een ooit niet-geregistreerde uitreis ofzoiets. Of blijf in Europa en ga terug in de tijd, toen kon dit ook niet, zeker niet tussen Frankrijk en Duitsland.
Dat ging door mijn hoofd – toen ik door Schengen fietste, of all places. Ik dacht nog: als ik nu een Brit inhaal, spreek ik hem erop aan. Maar die zit daar misschien helemaal niet op te wachten, tijdens een triathlon. Dat snap ik dan ook weer wel. Kans was groot volgens mij dat het een bremainer was: op het continent, relatief jong en welvarend (want die Ironmans zijn prijzig).
Wat me dan qua Europese integratie wel weer verbaast, is dat zo goed zichtbaar is dat de prijzen niet overal gelijk zijn. Als je vanuit Duitsland het Luxemburgse Remich inrijdt, rijd je meteen langs minstens tien benzinepompen, en ja, ook wij hebben ‘m op de terugweg vlak voor de Belgische grens nog even volgegooid. In het Duitse Perl, waar wij overnachten, vlakbij het drielandenpunt (tegenover Schengen) zijn opvallend veel grote supermarkten, waaronder twee Lidl’s op steenworp afstand van elkaar. Dat is dan toch raar – en het laat zien dat die eenwording nog best verder mag gaan.
Vind ik dan. Wat gaan de Britten vinden vandaag?
(Met dank aan Herman voor de inspiratie; ik hoorde ook van hem voor het eerst het woord bremainer.)
Geef een reactie