We zijn weer terug uit Istanbul. Hoogste tijd om het hele marathonverhaal te vertellen, in drie delen, met foto’s: ervoor, tijdens en erna. Hier deel 1.
Ik schreef meteen vorige week dat ik tussen hoop en vrees had geleefd. De vrees om de marathon niet uit te kunnen lopen was deels gebaseerd op de moeizame lange duurlopen en de pijntjes hier en daar (vooral tussen rug en lies), maar deels ook op de moeizame aanloop die ervoor zorgde dat ik niet op mijn fitst aan de marathon begon.
De maandag voor de marathon schreef ik hier over het taperen: rust nemen en goed voor mezelf zorgen, zodat ik in optimale vorm aan de start zou verschijnen. Nou, dat was meteen de laatste dag dat dat goed lukte. Op dinsdag had ik het gevoel dat ik verkouden aan het worden was, wat gelukkig met een sisser afliep. Wel volgde er een ‘mislukte’ nacht met maar een uur of 5 slaap (zie mijn eerdere post over slaap).
Op donderdag moest ik ’s ochtends nog gewoon werken, en daar kwam onverwacht nog wat ‘gedoe’ bij, waardoor ik niet eens zo heel veel tijd om in te pakken. Ik kon nog wel even gaan ‘luchten’: heel rustig lopend naar het zwembad. Wat ik precies heb gedaan toen, weet ik niet, maar ik had er in elk geval vrijdag spierpijn van en een stijve rug.
Zo begon de reisdag, en die hakte er aardig in, door het gebruikelijke hangen naar en op Schiphol, maar onder andere ook door een veel te warm vliegtuig met krijsende kinderen, en het duurde maar liefst 2 uur tussen touchdown en het vliegveld kunnen verlaten. We taxi’den met het vliegtuig een heel eind de ene kant op, en moesten daarna in een bus weer helemaal terug. Daarna nog de rij voor de douane – en zo werd het nog bijna krap om ons startnummer op te gaan halen. Want dat waren we van plan, dat was namelijk vlakbij het vliegveld en zo zouden we op zaterdag niets meer ‘moeten’. Gelukkig lukte dat toch nog wel en het ging heel vlot. Maar al met al was het een lange dag en was ik aardig afgedraaid tegen de tijd dat we in het hotel waren.
In het hotelbed volgde een moeizame nacht: kamer te warm, bed te hard, muggen, beetje wedstrijdspanning en dwars zittende hormonen. Op zaterdag deden we het vooral rustig aan. We gingen onder andere kijken op de plek van de finish, waar ze aan het opbouwen waren:
Voor mij was het een hernieuwde kennismaking met de stad – hé, kijk, de Haga Sophia, prachtig bouwwerk toch:
Daarbij het noodzakelijke gereedmaken voor de dag van morgen, zoals het opspelden van het startnummer. Manlief maakte deze foto van me, ik had en een zo-zo-gevoel over op dat moment:
De nacht van zaterdag op zondag heb ik opnieuw weinig geslapen, maar dat had ik wel een beetje ingecalculeerd, al was het alleen maar omdat we om half 6 op moesten (half 5 Nederlandse tijd!) Gelukkig konden we in het hotel vroeg ontbijten, en daarna gingen we naar de bussen die ons naar de start zouden brengen – samen met nog een hele meute andere lopers. De bus was dus vol, warm en benauwd en de chauffeur kon de hellingproef niet zo goed, dus ik zat tegen wagenziek worden aan. Wel waren we dik op tijd bij de start, aan de Bosporusbrug, samen met tienduizenden andere lopers: zo’n 5000 voor de marathon, de rest voor de 10 en 15 kilometer:
Geef een reactie