Nog even terugblikken op de week in Portugal. Allereerst: het weblog werd in die week mede mogelijk gemaakt door:
- Manlief, vanwege diens tablet, die wat meer kan dan de mijne, zoals de Movescount-gegevens uploaden, en hij heeft ook een beter toetsenbord, wat schrijven makkelijker maakt. Simpelweg het feit dat hij (manlief) thuis was maakte bloggen ook makkelijker, want anders zou ik niet zo nadrukkelijk ‘we zijn niet thuis’ op internet verkondigen.
- Jo, in het algemeen natuurlijk, want zonder haar was de hele week er niet geweest of in elk geval heel anders, maar voor het weblog in het bijzonder door haar telefoon: de meeste foto’s van afgelopen week waren daarmee gemaakt. Zo ook deze, van één van de resultaten van de week: vormstrepen:
Jo zei op de heenweg nog dat ze hoopte met streepjes terug te komen, nou, ook bij haar zijn ze luid en duidelijk hoor! Bij het uitpakken net kwamen er een hoop warme spullen ongebruikt uit de tas. Ik had me van tevoren niet voor kunnen stellen dat het echt de hele week warm en mooi zou zijn, dus ik had een lange broek, een warme fietstrui, rainlegs en zelfs dunne handschoenen bij me. Hahaha! Een groter ‘probleem’ dan kou en regen was de enorme hoeveelheid zon voor de nog aan niets gewende Nederlandse huidjes!
Op dat punt was het dus een prima week en ook verder heb ik het goed naar mijn zin gehad. Het was gezellig en relaxed. Ik heb net iets minder uren gefietst (18) dan vooraf als maximum gedacht (20), maar dat is prima. In die uren hebben we wel veel minder kilometers gemaakt (405) dan ik had ingeschat (500), want het fietste allemaal vrij traag, mede door het klimmen, tegenwind, zoeken en soms de slechte weg. Alleen op die grote N125 kon je echt tempo rijden, en in Spanje af en toe. Maar aantal kilometers is al helemaal niet belangrijk. Volgens mij heb ik uitstekend aan mijn basisconditie gewerkt. Lijf deed het hartstikke goed, op dat kleine verkoudheidje na, maar daar had ik amper last van.
Het fietsen was af en toe ook heel mooi, vooral in de Portugese heuvels en met onze pontjestocht als hoogtepunt. Desalniettemin zou ik Monte Gordo niet direct als fietstrainingsbestemming aanraden en we vinden ‘m ook niet voor herhaling vatbaar. Het aantal mogelijke fietsrichtingen is wel erg beperkt. Eigenlijk is alleen naar het noorden, de heuvels in, goed te doen. In het zuiden kun je niet, want daar ligt de zee. Naar het westen heb je die rottige, drukke en slechte N125 en naar het oosten moet je met de pont naar Spanje – wat leuk is, maar ook tijdrovend en niks voor de serieuze doorfietsers natuurlijk.
Bovendien zijn de kaarten dus veel te slecht, waardoor je moeilijk tochten kunt plannen. Daar is nog wel een mouw aan te passen met GPS en/of betere voorbereiding – wij hadden ook nog naar routes kunnen zoeken op internet natuurlijk, maar ik vind het altijd leuk om zelf wat te puzzelen met de kaart en dat viel dus tegen.
Pluspunten zijn wel dat er veel gefietst wordt. In Monte Gordo barst het van de fietsen met boodschappenmandjes maar we kwamen ook andere racefietsers tegen. Gister zijn we zelfs ingehaald door een dame! Er zijn dus ook fietsenwinkels, gelukkig maar, want die hadden we wel nodig. Ik vond mijn fiets helemaal prima, maar die van Jo, tsja, daar hadden we toch wel twijfels over. Rijd je eerder lek als de band te strak om het wiel zit? Drie lekke banden in één week, da’s toch wel erg veel.
Ander voordeel van het vele fietsen is dat de automobilisten zich voor buitenlandse begrippen netjes gedragen. We hebben een enkele vreemde manoeuvre gezien en wel eens moeten remmen voor een auto die voorrang nam, maar het was nooit gevaarlijk, en ze gaan ook vaak met richting aan geven wijd om je heen.
Er zijn zelfs ook fietspaden, maar die liggen allemaal wel heel erg ongelukkig. Dat van Monte Gordo naar de veerboot is zo smal dat je er niet op kunt inhalen, dus voor zo’n boodschappenfiets voor je moet je eraf de weg op (boink). Langs het laatste stuk N125 ligt een fietspad dat om elke boom slingert en ook van elk huis de op- en afrit meeneemt, kedoeink-kedoeink, dat was echt geen porem, maar het lijkt okee om als racefietser dan toch op de weg te fietsen. Het verbaasde ons alleen wel dat ze enerzijds dus wel het benul hebben om een fietspad aan te leggen, maar dan niet voldoende sjoege om dat een beetje fatsoenlijk te doen.
Ook prettig was het assortiment aan lekkere koolhydraten bij de, ook al lekkere, koffie: elke dag probeerden we ander gebak uit, en dat leken allemaal plaatselijke specialiteiten. Water is er ook overal, de dorpen hebben pompen. ’s Avonds aten we vooral vis, met aardappelen of rijst. Afgezien van een gemengde salade is er weinig groente bij het eten, maar we hadden wel weer veel fruit bij het ontbijt in het hotel.
Een klein dingetje wat me nog opviel in vergelijking met 14 jaar geleden, toen ik westelijker in de Algarve heb gefietst, toen in mijn eentje: we hadden nu geen vervelende aandacht van mannen. Dat had ik toen wel, het is zelfs de enige keer geweest dat ik op de fiets handtastelijkheid heb ervaren. Een passerende kerel op een brommer legde toen even zijn hand op mijn kont. Zou het nu schelen dat we met zijn tweeën waren, of zijn het de 14 extra jaren?
De terugreis ging supervlot, de Ronde van Vlaanderen was mooi en manlief is op dit moment iets aan het koken met veel groente. Het is ook weer fijn om thuis te zijn!
Geef een reactie