Toen manlief en ik afgelopen week de starttijden van de NTFU-tijdrit op Neeltje Jans zagen moesten we wel lachen: ik zou één minuut na hem starten, en dus kon ik op hem jagen. In triathlons ben ik soms sneller dan hij bij het fietsen, maar dat is wel op mijn triathlonfiets, en daar mocht ik (helaas) niet op rijden bij deze tijdrit. Het verschil met de gewone racefiets is toch wel een paar kilometer per uur – zeker bij tegenwind. Desalniettemin vroegen we ons af of je mocht zoenen bij het inhalen? Het reglement was bijvoorbeeld wel streng over rechts blijven rijden.
Wij vanochtend vroeg dus naar Neeltje Jans. Het leek ons wel leuk; zo veel tijdritten zijn er niet waar wij aan mee kunnen doen, en de startplaats deed mijn Zeeuwse roots goed natuurlijk. We keken wel een beetje op toen we aankwamen, want het was dan wel een NTFU-evenement, maar toch namen sommige deelnemers het bloedserieus: punthelmen, tijdritpakken, inrijden op de rollers. We zeiden nog tegen elkaar: we worden vast laatste en op-één-na-laatste. We zijn ook geen van beide de jongste meer, en ik zag bijvoorbeeld alleen maar jongere vrouwen. Van eentje die voor mij startte werd ook nog eens omgeroepen dat ze net districtskampioen was geworden, tsja, dan weet ik het wel.
Nou goed, toch welgemoed van start, mooi parcours over de Oosterscheldekering en Noord-Beveland. In de wind. Want het woei. Het woei stevig. Weeronline had het over windkracht 4-5, maar dat waren wel Zeeuwse windkrachten, zal ik maar zeggen, die ken ik nog van vroeger. De laatste zes kilometer terug over de dam had je de wind pal tegen; ik dacht dat ik stilstond. Toen is de foto hiernaast gemaakt, denk ik. Je ziet: genieten, die zeewind.
En maar jagen op manlief ondertussen. Ik dacht soms dat ik hem zag, maar vaak bleek dat een illusie. Uiteindelijk moest ik mij gewonnen geven: ik was een minuut of 6 langzamer dan hij. Daarmee werd ik 66e van 68 deelnemers: ik had nog twee mannen achter me. Ja, ik was laatste bij de dames, maar volgens mij dus ook echt de enige ‘veteraan’ daarvan. En het waren er sowieso maar zes!
Ik was ook al binnen 3 kilometer voorbijgeraasd door de deelnemer die één minuut na me startte – oef. Nou goed: dat bleek de latere winnaar.
Ach, wat maakt het uit, ik vond het leuk, ik heb okee gereden – ik had eigenlijk op dat laatste stuk tegen de wind in nog net iets dieper willen gaan, dus met een hogere hartslag en uiteindelijk ook een hoger gemiddelde, maar dat lukte niet (tsja, het is ook maar een tussendoortje). En ik vond het uitstekend verzorgd, voor die
€ 15 inschrijfgeld: mooi parcours, verkeersregelaars, bewaakte fietsenstalling, drankje & pasta-maaltijd na afloop (zie foto beneden)… super!
Wel iets te weinig deelnemers – het is frappant dat zo’n uniek evenement maar dik 80 individuele inschrijvingen telt, en dat er dan ook nog een flink aantal niet komt opdagen. Er waren ook nog teams, met iets meer vrouwen, en twee beroemdheden: Erik Dekker en Matthieu Hermans. Ik hoop dat het voldoende was om volgend jaar weer te organiseren!
Geef een reactie