Gister vastgesteld dat ik nog steeds de Keutenberg op kom, op m’n racefiets – de zwaarste klim van Nederland. Hoera! Ik vond het wel spannend, want het was al een hele tijd geleden (twee jaar? drie jaar?), dus voor het eerst als 50+’er, en bovendien met gister niet de beste benen én tegenwind. Het blijft een kreng, die intimiderende muur als je de hoek om komt, en die vraagt het uiterste van me, maar het is heel fijn als ie dan gaat afvlakken en ik kom nog steeds vooruit. Hoera, ik kan het nog! Er stond ’trappen, kut’ op het asfalt geschreven, misschien scheelde dat.
Verder ook lekker getoerd/getraind in Zuid-Limburg, met Jo (van haar zijn de foto’s). 100 km, met de bekende klimmetjes van de Amstel Gold Race. Af en toe in triathlonsferen, want zondag is de Ironman en we zaten met een deelnemer in de trein en we gingen ook een stukje over het al uitgepijlde parcours.
Trein heen, trein terug, dat gaat net op een dag. Zo heb ik het vaker gedaan, ook vaker met Jo. Het lukt zelfs als er, zoals gister, geen treinen over de Moerdijkbrug rijden en ik dus via Utrecht moest, waardoor ik een uur langer dan anders dezelfde trein als Jo (uit Haarlem) had – gezellig. Op de terugweg wel weer wat gedoe met iemand die per se op de fietsenplek wilde zitten in een verder vrij lege trein, je hebt toch vreemde mensen ertussen…
Aan het begin regende het nog even, maar daarna veel zon en best warm. En loeiveel wind, die nooit echt gunstig stond en soms keihard tegen. Aan het eind vond ik het zelfs eng worden, want het voelde en klonk alsof er takken naar beneden zouden kunnen komen. Wat, zo zag ik op de terugweg van het station, in Rotterdam daadwerkelijk gebeurd was.
Paar nieuwe dingetjes ontdekt ook, ook al heb ik in dat stukje Nederland al heel veel kilometers liggen. Een nieuw klimmetje (Schweiberg), en dit monument voor Jean Nelissen op de Gulpener Berg, dat is er pas sinds een dik jaar:
Maar een boel was als vanouds, waaronder de vlaai:
Geef een reactie