ik wil deze winter wat meer trainen op de fiets dan de afgelopen jaren. Al een hele tijd lag de focus in de winter op hardlopen, en als dan tussendoor fietsen ook nog eens uitkwam, was dat mooi meegenomen. Mijn fietsconditie onderhield ik ook wel door de stadsfietsritjes. Dit jaar wil ik er meer werk van maken, maar ik was vergeten hoe moeilijk dat is.
Eén ding is makkelijk: spinning. Daarvoor ga ik wekelijks naar de sportschool en ik train ermee op hoge intensiteit, kracht en techniek. Dat is eigenlijk alles wat er nu nodig is, op rustige duur na: ritjes van twee uur of meer. Dat is toch echt een stuk lastiger, om vier redenen die elkaar versterken:
- Het weer is slechter. Ik ben best bereid een beetje kou te lijden of regen te weerstaan, maar er zijn grenzen. Het is gelukkig tot nu toe een heel milde herfst.
- De tijd is veel beperkter, om twee redenen: de dagen zijn korter en ik heb het drukker met werk en andere dingen. Dit probleem versterkt het vorige: als ik maar weinig tijd heb, ‘moet’ het net dan fatsoenlijk weer zijn.
- Ik kan het niet altijd opbrengen om ook nog ‘voor de lol’ te gaan fietsen. Dat hangt samen met de vorige twee punten: ik fiets voor de drukte al veel op de stadsfiets, soms onder slechte omstandigheden. As ik in een week al een paar keer ben natgeregend of tegen de wind in heb gebeukt, dan heb ik niet meer zo veel zin om in die paar uur net iets acceptabeler weer in het weekend nóg eens op de fiets te stappen. Dat gevoel was ik de afgelopen jaren kwijtgeraakt, deels door het hardlopen, maar deels ook door de corona-beperkingen, waardoor ik veel minder op de stadsfiets reed dan gewoonlijk en dan – gelukkig – nu weer.
- Ik fiets niet binnen, niet anders dan dat uurtje spinning in de sportschool. Ik gebruik geen Tacx, zit niet op Zwift e.d. Natuurlijk zou dat de problemen van donker en weer ondervangen, maar toch: ik moet er niet aan denken. Ik ga naar buiten of ik ga niet.
Maar tot nu toe lukt het buiten eigenlijk best wel. Wat ik veel doe is het stadsfietsen uitbreiden, met van die ‘randgevallen’ tussen vervoer en trainen in: heen en weer naar werk in Den Haag bijvoorbeeld. Dat is twee uur fietsen op een dag en dat is een mooie rustige duurtraining, alleen zit er een werkdag tussen. Nouja, vooruit dan maar. Vorige week fietste ik zo bijna 5,5 uur bij elkaar, met ook nog bijna een uur kortere stadsfietsritjes erbij. En zag ik bijvoorbeeld dit begin van de dag:
De week ervoor heb ik gemountainbiket, ook een aardige verzoening met de toen winterse omstandigheden:
Kortom: doorfietsen is uitdagend maar tot nu toe gaat het hartstikke goed!
Knap, hoor! Ik stap met dit weer wel op de Tacx — te koud voor mij en ik ben te bang aangelegd voor gladde wegen.;-)